De begeleiders
Promotoren (of promotores) heten ze, degenen die de promovendus begeleiden tijdens het promotieproject. Ze denken mee over het onderzoek, bekritiseren ideeën en werpen nieuwe op, geven feedback op je teksten, ondersteunen je bij congressen en andere belangrijke presentaties, en vooral: ze leren je heel. erg. veel.
Komende vrijdag plukken ze de vruchten van hun jarenlange werk: dan zal de promovendus laten zien dat ze gegroeid is tot een zelfstandig wetenschappelijk onderzoeker. Na de verdediging zal een van de promotoren de laudatio uitspreken.
Dit zijn mijn begeleiders:
 |
| Prof. dr. Peter Jan Schellens (promotor) Taalintensivering bestuderen is echt zijn ding, naast het bestuderen van argumentatie in teksten. Peter Jan was hoogleraar in de taalbeheersing, inmiddels is hij met emeritaat. |
 |
| Prof. dr. Margot van Mulken (promotor) Hoogleraar in de internationale bedrijfscommunicatie. Kende ik als enige nog niet voorafgaand aan mijn PhD. Inmiddels is Margot decaan van de Faculteit der Letteren |
 |
| dr. Lettica Hustinx (copromotor) Gespecialiseerd (o.a.) in onderzoek naar levendig taalgebruik. Ik ken Lettica al sinds mijn eerste studiejaar bij de opleiding Nederlands. Ze voelt als een peettante (ook al ben ik niet Katholiek). |
De paranimfen
De promovendus wordt tijdens de plechtigheid bijgestaan door twee paranimfen. De oorspronkelijke betekenis van een paranimf is bruidsjonker of bruidsmeisje. Van oorsprong waren paranimfen bedoeld om het proefschrift te verdedigen als de promovendus daar zelf niet toe in staat was, maar tegenwoordig hebben de paranimfen vooral een ceremoniële functie. Maar in mijn ogen hebben de paranimfen een belangrijke rol dan dat: vaak kennen ze de promovendus al lang, omdat ze studievrienden zijn, en hebben de paranimfen de promovendus op allerlei manieren gesteund tijdens het zware promotieproces.
Deze twee heldinnen zijn mijn paranimfen:
 |
| Merel van Goch, Msc Merel en ik waren allebei PhD te zijn aan de Radboud Universiteit, maar zonder Twitter hadden we elkaar waarschijnlijk nooit tegengekomen. Merel bestudeert ook taal, maar dan hoe die door kinderen wordt geleerd. Ze is bijna klaar met haar proefschrift. |
 |
| dr. Maaike Jongenelen Maaike en ik waren beide promovendus bij CIW en we deelden een kamer. Hoewel we op sommige punten erg van elkaar verschillen (zoals opgeruimdheid van het bureau), bleken we een goede match. Maaikes proefschrift ging over gedragsbeïnvloeding in gezondheidscommunicatie. |
De oppositie
De dames en heren van de oppositie gaan mij tijdens de plechtigheid het vuur aan de schenen leggen. Nog niet eerder hadden ze mijn werk gezien; als onafhankelijke personen hebben zij dan ook beoordeeld of het proefschrift naar behoren is. Tijdens de promotie stellen zij de vragen waarop ik een zo goed mogelijk antwoord zal proberen te geven.
Dit zijn de zes opponenten:
 |
| dr. Henk Pander Maat Onderzoekt de kwaliteit van teksten aan de Universiteit Utrecht |
 |
| dr. José Sanders Onderzoekt allerlei elementen in teksten, Radboud Universiteit Nijmegen |
 |
| Prof. dr. Jaap de Jong Hoogleraar Journalistiek en nieuwe media, Universiteit Leiden |
 |
| Prof. dr. Antal van den Bosch Hoogleraar computationele linguïstiek, Radboud Universiteit Nijmegen |
 |
| Prof. dr. Wilbert Spooren Hoogleraar taalbeheersing van het Nederlands, Radboud Universiteit Nijmegen |
 |
| Prof. dr. Rens Vliegenthart Hoogleraar media en samenleving, Universiteit van Amsterdam |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten